In memoriam Bob Smalhout
Een weergaloos mens is overleden.
Zo’n twintig jaar geleden vroeg een cliënte mij of ik in een medische zaak prof. Bob Smalhout als deskundige wilde inschakelen. Bob Smalhout? Dat was toch die professor in de anesthesiologie, die zo vaak in de publiciteit stond? Dat leek me geen geschikte keuze. Maar mijn cliënte drong aan: “Praat u nou eerst maar eens met hem”, zei ze met vooruitziende blik.
Op een woensdagmorgen kwam hij naar ons kantoor. Nog steeds was ik niet van plan te adviseren hem als deskundige in te schakelen. Maar ik wilde wel op verzoek van cliënte een oriënterend gesprek met hem hebben. Tot mijn stomme verbazing had hij het hele dossier van A tot Z tot in de kleinste details bestudeerd, zelfs nog met een collega gebeld voor een onderdeel waarover hij minder zeker was. In feite gaf hij een waardevol advies hoe de zaak verder aan te pakken, waarbij hij er niet voor schroomde om het ziekenhuis dat een ernstige fout gemaakt had genadeloos de les te lezen.
Sindsdien was hij onze vaste adviseur in medische letselschadezaken: op woensdagochtenden (het enige dagdeel dat hij beschikbaar was; Bob Smalhout werkte zeven dagen per week!) was hij op ons kantoor te vinden en ik heb heel wat van hem opgestoken. Hij maakte dan een tekeningetje van bijvoorbeeld fracturen of ontstoken organen, waar ik helemaal niet tegen kon. Maar Bob vond dat als ik een zaak deed, ik moest weten waarover het ging tot in de gruwelijkste details. Wat hij dan weer wist goed te maken door zijn zeldzaam gevoel voor humor.
We raakten bevriend. Ik ben er van overtuigd dat je in een mensenleven maar enkele echte vrienden hebt. Bob Smalhout was er één van. Niet alleen door onze gedeelde achtergrond (van Joodse komaf, geboren in dezelfde buurt in Amsterdam) maar vooral door de waardering (laten we maar ronduit zeggen: bewondering) die ik voor hem had.
Hij kon dus tekenen, maar wat kon deze man eigenlijk niet: mensen troost geven (hij was ook een veelgevraagd predikant), musiceren (waarbij hij zijn eerste echtgenote, een bekende celliste, op de piano begeleidde), uitstekend formuleren (zijn columns in De Telegraaf stegen mijlenver uit boven wat je normaliter in zo’n column voorgeschoteld krijgt), hij had een vliegbrevet… en ga zo maar door. Maar waar hij vooral in excelleerde was de uitoefening van zijn vak als medicus en alle menselijke kanten hiervan.
Ik heb meegemaakt dat hij troostende woorden wist te vinden voor een moeder die haar kind had verloren. Hierbij maakte het voor hem geen snars uit of het om een illegaal ging of iemand uit de top van de samenleving. Bob Smalhout was er voor iedereen. Duizenden brieven beantwoordde hij per jaar. Hoe vaak heb ik hem gezegd in ieder geval te stoppen met zelf de telefoon aan te nemen: als je dat blijft doen ga je er op den duur zelf aan onderdoor, maar hij wilde niet luisteren. Er kon iemand aan de telefoon zijn die in nood verkeerde en zijn hulp nodig had: die kon hij toch niet in de kou laten staan?
Deze levensinstelling hing samen met Bobs diep beleefde religiositeit. Hoe vaak hebben wij daar niet over gediscussieerd en het is het enige punt waar wij nooit uitkwamen. Maar nog nooit in mijn leven heb ik zó gehoopt dat ik ongelijk heb, en hij werkelijk voortleeft daarboven, daar waar hij thuishoort.
Bob Smalhout, vriend en weergaloos mens: je ruste in vrede.
Bob van der Goen