Schelden via social media: mag dat?
Iedereen voelt wel aan dat het verspreiden van smaad of laster via een website in principe niet door de beugel kan. Wij zijn dan ook dagelijks bezig met het (doen) verwijderen hiervan en het aanspreken van de daders. Bij smaad en laster gaat het er om dat ruchtbaarheid gegeven wordt aan beschuldigingen van kwalijke zaken waardoor iemands eer of goede naam wordt aangerand. Dit is kort gezegd onrechtmatig tenzij voldoende onderbouwd kan worden dat de beschuldigingen kloppen en er een maatschappelijk belang is om de beschuldigingen te uiten (bijvoorbeeld te waarschuwen voor een oplichter) en een en ander voldoende zakelijk is weergegeven. Zie hierover hier en hier.
Maar hoe zit het met de veel voorkomende scheldpartijen via social media als Hyves, Facebook of Twitter? Deze vraag krijgen wij regelmatig voorgelegd. Het gaat hier immers vaak niet om een serieuze duidelijke of concrete beschuldiging (‘telastlegging’). Bovendien is de vraag of er sprake is van ‘ruchtbaarheid’ geven aan de uitingen indien deze worden gedaan aan een beperkt aantal personen (bijvoorbeeld een besloten Facebookpagina).
Bij gescheld (grievende uitlatingen) dient een afweging te worden gemaakt tussen fundamentele rechten: de vrijheid van meningsuiting enerzijds en het recht op bescherming van de eer en goede naam en eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer anderzijds. Hierbij speelt de mate van grievendheid uiteraard een belangrijke rol. Over enig incasseringsvermogen wat betreft beledigingen wordt men geacht te beschikken, zo kan vaak een kritische, ironische of sarcastische toon wel door de beugel, maar schelden is natuurlijk al snel ‘onnodig grievend of krenkend’ en hierom onrechtmatig. Hierbij geldt voorts dat hoe grievender de tekst, hoe hoger de eisen die gesteld worden aan de onderbouwing, al is bij puur gescheld per definitie nauwelijks een onderbouwing denkbaar. Ook de context is van belang. Als er bijvoorbeeld sprake is van grievende uitlatingen die een intimiderend karakter hebben dan zal eerder onrechtmatigheid worden aangenomen. Ook elke vorm van eigenrichting is niet toegestaan (‘ik houd op met schelden als jij etc.’).
De vraag of er sprake is van ruchtbaarheid geven aan de uiting indien deze op een besloten profiel of aan een beperkt aantal volgers gedaan wordt, speelt uiteraard ook bij beledigingen. Als immers (betrekkelijk willekeurige) derden geen kennis kunnen nemen van de beledigingen omdat er geen sprake is van openbaarheid, dan kan evenmin de eer of goede naam aangetast worden. Het antwoord op deze vraag is sterk afhankelijk van de exacte omstandigheden. Van belang hierbij is hoeveel mensen toegang hebben tot de pagina, welke kwaliteit deze mensen hebben (alleen familie en vrienden of ook collega’s relaties en vage kennissen?). Verder wordt gekeken naar het feit of het de intentie was de beledigingen in het openbaar te doen en/of op verdere verspreiding (hetgeen via social media erg gemakkelijk is) of dat dit de verwachting was of had moeten zijn.
Indien u de vraag of er sprake is van onrechtmatig gescheld via social media vrijblijvend aan ons wenst voor te leggen, neemt u dan hier contact op.